Ganesha of, zoals hij in India meestal genoemd wordt Ganapati, de God met de vriendelijke olifantenkop en zijn lompe lichaam met vier armen dat rust op een muis of rat, is de populairste onder de Hindoegoden. Ieder jaar in augustus, september tijdens het Chathurtifeest, worden versierde beelden door de straten van elke stad en dorp in India rondgedragen en tenslotte als afsluiting van het feest in de rivier of zee gegooid. Daarnaast wordt in ieder huis regelmatig wierook en gebrand en offers gebracht om zijn zegen af te dwingen.
Er zijn vele verhalen in omloop over de geboorte van Ganesha. Een ervan is dat Ganesha werd geboren uit de geest van Shiva en Parvati. Shiva, lange tijd van huis herkende zijn eigen zoon niet en sloeg hem het hoofd af. Uit berouw zette hij het hoofd van een babyolifant daarvoor in de plaats.
In de vorm als olifant verwijst Ganesha’s naar de functie als overwinnaar van moeilijkheden. Zijn slurf en slagtanden staan symbool voor eigenschappen die nodig zijn om obstakels opzij te duwen. Zijn grote oren horen de vraag om hulp. Zijn corpulente lichaam, dat er komisch uitziet, symboliseert blijdschap en welwillendheid en zijn rol als brenger van succes. In zijn rol van god van wijsheid geeft zijn grote lichaam zijn rijkdom aan kennis aan die hij in zich draagt. Wat nog belangrijker is: de uiterlijke verschijning hoeft geen verband te houden met innerlijke schoonheid en de geestelijke staat van zijn.
Zijn dikke olifantspoten rusten op een rat of een muis. Een dier dat zijn eigen manier vindt om met obstakels om te gaan. Het feit dat Ganesha hem als rijdier gebruikt symboliseert de noodzaak om de meer onedele aspecten van ons karakter onder controle te houden, want anders maken ze een puinhoop van onze zoektocht naar geestelijke kennis.
Ganesha wordt aangeroepen in de mantra: Om Sri Ganesha namaha, ‘heil aan Heer Ganesha!’ om geluk, zakelijke voorspoed te bewerkstelligen, bij aanvang van een feest of andere bijzondere gebeurtenis.